1.3 Stelling 1

 

DE UITDAGING
Deel 1. Om te beginnen

Stelling 1

In de joods-christelijke dialoog ontmoeten joden en christenen elkaar als vertegenwoordigers van hun beider levende geloofstradities.

Bisschop Krister Stendahl

Bisschop Krister Stendahl

Toelichting
Hoe zullen joden en christenen elkaar tegemoet treden? De Zweedse theoloog Krister Stendahl (1921-2008), professor Nieuwe Testament en luthers bisschop van Stockholm, stelde drie regels op waaraan deelnemers aan een eerlijke interreligieuze dialoog zich zouden moeten houden:
a. Wanneer je een andere religie probeert te verstaan, dan moet je je informatie halen bij vrienden en niet bij vijanden van die religie;
b. Vergelijk niet jouw beste punten met de slechtste van de ander;
c. Laat ruimte voor heilige jaloezie. Stendahl sprak van holy envy. Daardoor krijg je ruimte om kritisch naar je eigen opvattingen te kijken.
Deze regels, die zeker ook gelden voor het gesprek tussen joden en christenen, konden alleen ontstaan omdat na de Tweede Wereldoorlog in ons deel van de wereld het theologisch klimaat ingrijpend veranderde. Al voor 1940 was het nadenken over de vernieuwing van de relatie tussen joden en christenen begonnen. Theologen als K.H. Miskotte (1894-1976) waarschuwden al vroeg voor het dreigende gevaar van het nationaalsocialisme. Zij zagen de terreur tegen de joden als opstand tegen de God van Israël. Toen de grote ramp van de Holocaust zich in Europa had voltrokken, werd in 1948 in Amsterdam bij de oprichting van de Wereldraad van Kerken onomwonden vastgesteld dat antisemitisme een zonde tegen God en mensen is. Ook al werd in 1948 de zending onder joden (nog) niet expliciet afgewezen, een grondige herbezinning op de joods-christelijke relaties was geboden.

Veranderingen in Nederland

Ook in Nederland veranderden de opvattingen. Die omslag in het denken is samen te vatten in de woorden: van zending naar dialoog. Een jood kon niet langer het voorwerp van christelijke bekeringsijver zijn. Joden vertellen hun eigen, onvervreemdbare verhaal. De Protestantse Kerk in Nederland, de Rooms-Katholieke Kerk en de oecumenische organisaties waarin die kerken samenwerken, hebben in de afgelopen decennia op dit gebied een vergelijkbare ontwikkeling doorgemaakt. Men vindt weliswaar in delen van de christelijke kerken nog steeds de opvatting dat een jood zich tot Jezus als de Messias zou moeten bekeren. Maar op beleidsmatig niveau hebben de grote kerkgenootschappen de term ‘jodenzending’ uit het kerkelijk woordenboek geschrapt. De omslag van het denken is die van zending naar dialoog.

Natuurlijk staat het iedereen vrij om een persoonlijke keuze te maken voor een andere religie. Dat is precies wat het is: een persoonlijke keuze. Maar dat laat onverlet het geloof dat God zijn verbond met het volk Israël niet heeft opgezegd. En dat dus de kerk niet in de plaats van het joodse volk is gekomen. Daarom spreekt de kerkorde van de Protestantse Kerk in artikel 1.7 niet meer over zending maar over een onopgeefbare verbondenheid van joden en christenen. Ook in documenten van andere kerken vinden we deze ontwikkeling van zending naar dialoog. Aan het slot van dit project zullen we de houding van christenen en kerken ten aanzien van joden en jodendom affirmatief noemen: erkennend en bevestigend.

Geen zending maar dialoog

Het spreekt vanzelf dat het principieel afzien van zending onder joden een onmisbaar uitgangspunt is voor een open, gelijkwaardige religieuze dialoog tussen joden en christenen. Er kan geen sprake van zijn dat de identiteit van de één wordt ontkend door welke poging dan ook van de ander om de gesprekspartner zijn identiteit en eigenheid te ontnemen. Het moge duidelijk zijn dat pogingen om hen te bekeren door joden worden ervaren als pogingen om hen hun jodendom te ontnemen. Over bekering gesproken! Bij de oprichting van de International Council of Christians and Jews in 1947 in het Zwitserse Seelisberg waren het juist de christelijke kerken die werden opgeroepen om zich te bekeren. En wel tot een houding die elk antisemitisme uitsluit!
Bij de oprichting in 1981 van het Overlegorgaan van Joden en Christenen in Nederland (OJEC) leidden deze veranderende opvattingen van de kerken tot een voor Messias-belijdende joden pijnlijk incident. Zoals bekend weigert de joodse gemeenschap Messias-belijdende joden als joden te zien. Daarom werd het onmogelijk dat zij als zodanig aan het OJEC zouden deelnemen. Door velen uit deze kring is dat als pijnlijk ervaren. Zij voelden zich door de kerken in de steek gelaten. Anderen, hoewel zelf ook Messias-belijdende jood, vonden het belang van een gevestigde joods-christelijke dialoog groter dan de pijn die zij persoonlijk ervoeren. Eenzelfde situatie had zich al voorgedaan in de jaren zestig van de vorige eeuw bij de start van de christelijke nederzetting (moshav) Nes Ammim in Galilea. Dat alles duidt op een nog steeds bestaande, grote gevoeligheid bij joden voor de dreiging waarmee het jodendom eeuwenlang is geconfronteerd geweest: de dreiging van vernietiging langs de weg van bekering.
De religieuze relatie met het jodendom staat sinds een aantal jaren onder grote druk door de politieke problemen in het Midden-Oosten. Na de aanvankelijk grote sympathie voor de jonge staat Israël kunnen de belangen van de Palestijnen op steeds meer steun rekenen. Voor veel joden, overal ter wereld, is het land Israël een belangrijk deel van hun identiteit. Ook van hun religieuze identiteit. Het bestaan van de stáát Israël is voor hen een soort garantie dat hun bestaan als joden minder gevaar loopt dan in voorbije eeuwen het geval is geweest. Omdat jood-zijn niet alleen een religie, maar ook een historisch/culturele identiteit is, liggen de verhoudingen tussen geloof en politiek voor veel joden rond land en staat Israël anders dan dat bij de meeste christenen het geval is.

Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Bepaalde groepen zeer orthodox-religieuze joden erkennen de staat Israël niet. Hun religieuze identiteit is wel sterk verbonden met het land maar juist niet met de staat. En anderzijds zijn er groepen christenen, soms christen-zionisten genoemd, die in het bestaan van de staat Israël een bevestiging zien van hun religieuze identiteit.
Al met al is de situatie zeer complex. Er is bijna geen thema te noemen waarover in met name de protestantse kerken de polarisatie zo hoog oploopt. Religieus én politiek. En wie weigert zich zonder meer te voegen bij één van de partijen, moet vaak moeite doen om stand te houden ondanks de druk van vele kanten.

De positie van de Protestantse Kerk in Nederland

Maar het loont om de nuances in het oog te houden. De Protestantse Kerk in Nederland heeft in 2008 een waardevolle poging gedaan om een balans te vinden in deze moeilijke materie. In de door de Generale Synode aanvaarde “Israël-Palestina Nota” worden drie uitgangspunten van kerkelijk beleid genoemd:
a. De onopgeefbare verbondenheid van de kerk met het joodse volk, zoals die in de kerkorde van de PKN is vastgelegd.
b. De oecumenische verbondenheid met Palestijnse christenen.
c. De opdracht om gerechtigheid en barmhartigheid te doen.
Het is de moeite waard om het moeilijke evenwicht tussen deze drie uitgangspunten te bewaren.

Ondanks deze complexe omstandigheden is de dialoog tussen joden en christenen gaande gebleven. Met name in de Verenigde Staten is zelfs een beginnend theologisch gesprek mogelijk gebleken over bijvoorbeeld het Nieuwe testament, en dan met Name over Jezus en Paulus (de thema’s van dit project!). Dat gesprek kon alleen tot stand komen in een sfeer van openheid en vertrouwen. Een vriendschap waarbij geen van de gesprekspartners zich bedreigd hoeft te voelen. De wat orthodoxere rabbijnen zullen zich niet zo snel in een diepere dialoog met christenen begeven. Maar een recente verklaring uit hun midden erkent het christendom wel als een door God gewilde gave aan de wereld.

Een onomkeerbaar proces

Jodendom en christendom. Het laatste is niet een betreurenswaardige ontsporing van het eerste en het eerste is niet een achterhaalde fase van het laatste. Wie is eerst, wie is laatst? Zijn ze broer en zus? Neef en nicht? Of alleen maar verre familie? In dit project gaan we ervan uit dat het rabbijnse jodendom en het hedendaagse christendom beide stammen uit het veelkleurige jodendom zoals dat bestond in de eeuwen vlak voor de gebruikelijke jaartelling en de eerste eeuw daarna. Maar welk beeld voor de onderlinge relatie ook wordt gekozen, de relatie tussen joden en christenen is een onomkeerbaar proces geworden: van zending naar dialoog.

Samenvatting

Stelling 1

In de joods-christelijke dialoog ontmoeten joden en christenen elkaar als vertegenwoordigers van hun beider levende geloofstradities.

Die ontmoeting wordt bevorderd:

  • door vertrouwen en gelijkwaardigheid uitgangspunten van de ontmoeting te laten zijn;
  • door elkaars tradities te beoordelen naar de beste voorbeelden daarvan;
  • door de ontmoeting met de ander te benutten voor een kritisch onderzoek van de eigen opvattingen;
  • doordat kerken en christenen blijven afzien van elke vorm van zending onder joden;
  • door het verzet van kerk en christenen tegen elke vorm van antisemitisme;
  • door het begrip dat christenen tonen voor de joodse verbondenheid met het land Israël en voor de betekenis die de staat Israël heeft voor de joodse identiteit.
  • doordat de joodse partners in de dialoog accepteren dat de staat Israël voor veel christenen niet een noodzakelijk deel van hun geloof is;
  • doordat christenen de interne spanning tussen (a) de onopgeefbare verbondenheid met het joodse volk, (b) de oecumenische verbondenheid met christenen in het Midden-Oosten en (c) hun verlangen naar gerechtigheid niet oplossen ten koste van één van deze drie punten;
  • doordat joden en christenen zich realiseren dat hun beider geloofstradities uit één bron ontspringen, op den duur verscheiden wegen zijn gegaan en in onze dagen twee gelijkwaardige partners in dialoog zijn.

Aanvullende informatie

De drie uitgangspunten voor de interreligieuze dialoog die bisschop Stendahl formuleerde zijn in de loop van de tijd veelvuldig uitgebreid en aangepast. Op de website van de Canadese organisatie Scarboro Missions zijn voorbeelden te vinden.
Meer informatie over de International Council of Christians and Jews, het Overlegorgaan van Joden en Christenen in Nederland en Nes Ammim  vindt u op hun websites.
De complete tekst van de Israël-Palestina-Nota (IP-Nota) vindt u hier. Een samenvatting van de uitgangspunten van deze nota van de hand van professor Leo Koffeman werd gepubliceerd in het blad Kerk en Israël Onderweg, maart 2018. Klik hier voor de zeven wegwijzers in de IP-nota.

De zogenoemde Tien Punten van Seelisberg vormen de oprichtingsacte van de International Council of Christians and Jews.
De verklaring van orthodoxe rabbijnen waarnaar wordt verwezen, werd in december 2015 gepubliceerd als joods antwoord op de viering van “50 jaar Nostra Aetate”. Titel: To do the will of our Father in heaven.

Feedback

Uw reacties worden op prijs gesteld via info@joods-christelijke-dialoog.nl.

1.1 Woord vooraf1.2 Inleiding1.3 Stelling 11.4 Eerste geloofsgesprek