2.2 Stelling 3

DE UITDAGING
Deel 2. Over Jezus

Stelling 3

Jezus behoorde tot de stromingen binnen het jodendom die geloofden dat de verlossende eindtijd nabij was.

Toelichting

Wie kent niet de naam van Albert Schweitzer (1875-1965), de tropenarts die zijn leven wijdde aan de gezondheidszorg onder de allerarmsten in een oerwoudziekenhuis in het Gabonese Lambarene? Zeker oudere generaties zullen zijn naam kennen. We bewonderen Schweitzer om de vasthoudendheid waarmee hij zijn fundamentele levenskeuzes in praktijk bracht. Eerbied voor het leven, was zijn motto. Zijn naam leeft onder ons voort.

Geboortehuis van Albert Schweitzer in Kaisersberg

Maar niet iedereen kent de veelzijdigheid van Schweitzer. Bijvoorbeeld dat hij een begaafd organist was. Hij nam een harmonium mee naar Lambarene om ook daar de muziek van de grote Bach te laten klinken. In zijn geboortehuis in het Franse Kaisersberg staat als hommage een harmonium! En wie weet dat Albert Schweitzer om te beginnen vooral ook theoloog was? Hij studeerde, preekte en doceerde in Straatsburg. Zijn bekendste werk betreft een onderzoek naar het leven van Jezus. Er waren talloze ‘biografieën’ van Jezus in omloop en bijna iedere theoloog van naam had wel een ‘leven van Jezus’ geschreven. Maar ze waren allemaal heel verschillend, die levens van Jezus. Hoe kon dat, zo vroeg Schweitzer zich af? Projecteerde iedereen misschien de eigen denkbeelden op het evangelie?

Om een antwoord op die vraag te vinden, verdiepte Schweitzer zich in de geschiedenis van het onderzoek naar het leven van Jezus. Critici zeggen dat Schweitzer weinig anders heeft gedaan dan dat hij aan de vele opvattingen over Jezus eenvoudigweg de zijne toevoegde.

Maar die kritiek kan ook uit ongemak zijn ontstaan. Want wat Schweitzer over Jezus’ verkondiging beweerde, viel niet overal in goede aarde. Hij stelde dat we Jezus alleen kunnen begrijpen wanneer we hem verstaan als iemand die consequent vanuit de toekomst dacht. De oproep van Jezus, de kern van zijn verkondiging, moeten we volgens Schweitzer totaal serieus nemen: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Nabij! Dat dienen we letterlijk te nemen. Jezus verwachtte nog in zijn eigen dagen de komst van het Rijk van God. Wie een beetje bekend is met de verhalen uit het evangelie weet dat die gedachte inderdaad centraal is in de verkondiging van Jezus. Niet alleen bij zijn eerste optreden (Mat. 4: 17; Mar. 1: 15) maar ook in de rede bij de uitzending van de discipelen (Mat. 10: 7; Luc. 10:9) en in de zogenoemde rede over de laatste dingen, de eschatologische rede (Mat. 24; Mar. 13; Luc. 21) staat de nabijheid van het Godsrijk centraal.

Wat blijft: eerbied voor het leven

Vanuit die kern verklaart Schweitzer Jezus’ optreden. Bijvoorbeeld: Jezus zegt dat op het moment van zijn sterven de heerser van deze wereld zal worden uitgebannen. Dat wil zeggen dat het kwaad in de wereld zal ophouden. En dat hij op datzelfde ogenblik zijn volgelingen zal ‘meenemen’. Johannes zegt er uitdrukkelijk bij dat Jezus hier spreekt over zijn sterven. (Joh. 12: 31-33) Dat betekent volgens Schweitzer dat Jezus verwachtte dat op het hoogtepunt van zijn lijden de duivel zou zijn overwonnen en het Rijk van God zou aanbreken. Toen dat niet gebeurde stierf Jezus met een verbitterde uitroep op de lippen: Mijn God, mijn God, waarom heb je me verlaten? (Mat. 27: 46; Mar. 15: 23) Het Rijk van God, de nieuwe wereld, kwam niet. Niet op dat moment noch op enig ander moment. In plaats van ons op de hemel te richten is het daarom beter, aldus Schweitzer, om ons op de aarde te richten om het leven te behoeden. Eerbied voor het leven! En consequent als Schweitzer was, verliet hij de theologische faculteit, ging medicijnen studeren, pakte zijn koffers en vertrok naar Lambarene.

Eén van de ruiters uit de Apocalyps. Sculptuur van Rik Poot in Brugge

Moeilijk woord: apocalyptiek

Via de gedachtewereld van Schweitzer raken we aan een centraal punt bij het verstaan van het evangelie. We moeten het hebben over de apocalyptiek. En dat is lastig voor dit kort bestek. Want over dat thema zijn al bibliotheken vol geschreven. Het woord “apocalyptiek” komt uit het Grieks. Het betekent zoiets als onthulling of openbaring. In het Nieuwe Testament kennen we het woord als naam van het laatste boek: De Openbaring van Johannes. En wanneer het ergens in het Nieuwe Testament over apocalyptiek gaat, dan in die Apocalyps van Johannes.

Het gaat in de apocalyptische gedachtewereld dus over openbaringen. Er worden aan mensen fundamentele waarheden onthuld over het einde van de tijden. In de eeuwen voor Jezus is er een complete literatuur ontstaan op dit gebied vol met geheimzinnige beeldspraak. Die teksten hebben vaak gemeen dat het einde van de tijden geen plezierige aangelegenheid zal zijn. Integendeel. Barensweeën overvallen de schepping, er zijn oorlogen en geruchten van oorlogen, zon en maan vallen in die dagen van de hemel. Kortom, er voltrekt zich een enorme rampspoed voordat de nieuwe tijd begint.

Niet alleen in het laatste boek van het Nieuwe Testament, ook in de evangeliën vinden we deze apocalyptische gedachten terug. Het meest natuurlijk in de zogenoemde apocalyptische redes van Jezus (Mat. 24; Mar. 13; Luc. 21). Daarvan kan men eventueel zeggen dat het geredigeerde tekstverzamelingen zijn die niet letterlijk aan Jezus moeten worden toegeschreven. Maar dat Jezus deel uitmaakte van deze apocalyptische stromingen is vrijwel onweerlegbaar.

 

Jodendom: Sinaï-model

In het Jodendom raakten deze, volop joodse, apocalyptische stromingen op de achtergrond. De verwoesting van de tempel in 70 na Christus en de mislukte joodse opstanden brachten onnoemelijk veel rampspoed over het joodse volk. Het was zaak om in een rampzalig heden het volk bij elkaar te houden. De toekomst werd niet meer met hooggespannen verwachtingen tegemoet gezien. Dat betekent niet dat er in het jodendom geen periodes meer zijn geweest waarin de komst van de Messias ophanden werd geacht. Tot in onze dagen zijn er stromingen waar men een bepaalde rabbijn, bijvoorbeeld de in 1994 overleden Menachem Schneerson, als de lang verwachte Messias vereert. Maar om een eenvoudige lijn te trekken zou men kunnen zeggen dat doorgaans in het jodendom het Sinaï-model het beeld bepaalt. Het volk groepeert zich rond de berg waar de geboden zijn gegeven. De traditie centreert zich dus rond de geboden en de interpretatie daarvan.

Christendom: Exodus-model

Omdat de apocalyptische gedachten een belangrijk deel zijn geworden van het Nieuwe Testament kunnen christenen zich er theoretisch niet van ontdoen. Hoewel de praktijk anders was. Het bleek bij de voortduur van de jaren eenvoudiger om deze specifiek-joodse achtergrond weg te verklaren. Dat nam niet weg dat buiten de hoofdstroom van het christendom er altijd groepen zijn en zijn geweest die zich voorbereiden een spoedige wederkomst van Christus. Om opnieuw een eenvoudige lijn te trekken: in het christendom is door dit alles het thema ‘toekomst’ een grote rol blijven spelen. Wij zijn onderweg! Naast het Sinaï-model staat het Exodus-model, het model van uittocht en op weg zijn.

Geen realiteit maar aanwezigheid

Is het dan alleen maar toekomst wat de klok slaat? Er zijn een paar uitspraken in het evangelie die aan de toekomstverwachting van Jezus en de discipelen een specifiek accent geven. Alsof die toekomst niet alleen maar toekomstig is. Te denken valt aan Matteüs 12: 28 en Lucas 11: 20. Daar verbindt Jezus de toekomst met zijn eigen aanwezigheid. Kennelijk is de toekomst op één of andere manier al begonnen. Het Rijk van God is er al. Op een heel mystieke, innerlijke en innige manier. Gods aanwezigheid is een spirituele realiteit. Om het met de woorden van Luigi Gioia te zeggen: het gaat niet om een realiteit die we aanschouwen, maar om een aanwezigheid die we ontdekken. Dat thema is de moeite waard om later op terug te komen.

Bij Schweitzer overheerste nog de voorstelling dat ‘apocalyptiek’ alleen op de toekomst gericht zou zijn. Maar de apocalyptiek die wij in de evangeliën vinden, heeft ook die mystieke dimensie: de gerichtheid op Gods verborgen aanwezigheid in het heden.

Samenvatting

Stelling 3

Jezus behoorde tot de stromingen binnen het jodendom die geloofden dat de verlossende eindtijd nabij was.

Dat wil zeggen:

  • dat de kern van Jezus verkondiging “Bekeert u want het Koninkrijk Gods is nabijgekomen” in de context van het evangelie niet moet worden ‘vergeestelijkt‘, noch dat de teksten waarin Jezus’ opvattingen zijn bewaard gebleven uit ongemak terzijde worden gelegd;
  • dat deze uitspraken van Jezus helpen om zijn plek in het geheel van het veelkleurige jodendom van zijn dagen nader te bepalen;
  • dat de gedachtewereld van de zogenoemde Apocalyptiek – in het jodendom op de achtergrond geraakt in de loop van de tweede eeuw na Christus – als verstaanshorizon van het evangelie dient;
  • dat langs die weg inzicht kan worden verkregen in de manier waarop Jezus een mystieke component aan de verwachting van de eindtijd toevoegde: de toekomst is al begonnen: aanwezigheid in plaats van realiteit.

Aanvullende informatie

Meer informatie over de beeldengroep van Rik Poot, De Vier Ruiters van de Apocalyps, vindt u hier. Wikipedia geeft uitvoerige informatie over rabbijn Menachem Schneerson: Many of his adherents refused to believe that he died on June 12, 1994, believing instead that he did not really die but will reveal himself to be the Messiah. Luigi Gioia schreef “Zeg het tegen God, een aanmoediging om te bidden”, Utrecht, 2018. Aan het slot van deze derde stellng worden woorden geparafraseerd die op blz. 38 te vinden zijn.

Feedback

Uw reacties worden op prijs gesteld via info@joods-christelijke-dialoog.nl.

2.1 Stelling 22.2 Stelling 32.3 Stelling 42.4 Tweede geloofsgesprek