ds. J. Snaterse

DE UITDAGING
Deel 3 – Over Paulus
 3.4 Derde geloofsgesprek
Thema: Geloofstrouw

Gesprek met ds. J. (Koos) Snaterse

Ds. Snaterse is predikant in Hoogeveen en lid van het dagelijks bestuur van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël. Hij rekent zichzelf tot de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk. Het gesprek vond plaats op dinsdag 21 augustus 2018 in de tuin van het Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Utrecht. Delen van dit gesprek zijn opgenomen in de video die bij het derde geloofsgesprek van ‘De Uitdaging’ wordt aangeboden. De vragen werden gesteld door ds. Dick Pruiksma.

Pruiksma: Koos Snaterse, wat heb jij met Paulus? Héb je iets met hem?

Snaterse: Ja, eigenlijk wel. Van jongs af aan. Ik was als kind al erg betrokken op die dominee, die voor in de kerk stond en die over Paulus preekte. Later is dat wat weggezakt. Het kwam weer terug in mijn theologische studie. Zeker in de laatste fase van het afstuderen. Toen ben ik heel veel met Paulus bezig geweest en daarop ook afgestudeerd. Dat is in mijn predikant-zijn meegegroeid en verder verdiept. En het heeft een duidelijke plek kregen.

Pruiksma: Wat vind je daar zo spannend, zo bijzonder aan?

Snaterse: Ik vind het heel mooi hoe Paulus met zijn eigen karakter – dat ook wel eens heftig kan zijn – toch zijn eigen weg gaat. En voortdurend aangeeft hoe dit ook met hem is gebéurd. En dat hij daar voortdurend verantwoording van aflegt en dat probeert in theologische volzinnen, in brieven en wat dan ook, te vatten. En dat mee te geven aan de mensen die hij ontmoet.

Pruiksma: Wat met hem gebeurd is? Wat hem is overkomen? Is het Paulus daar om begonnen?

Snaterse: Ik denk dat alles wat hij later geschreven heeft, terug te voeren is naar dat moment dat Paulus op weg naar Damascus die bijzondere ervaring heeft gekregen en de stem van Jezus heeft gehoord. Dat hem dat op een compleet nieuw spoor heeft gezet. En een nieuwe roeping heeft gegeven.

Pruiksma: kun je iets zeggen over dat nieuwe spoor? Wat betekent dat inhoudelijk?

Snaterse: Ik denk dat Paulus volop jood is gebleven Met alles wat dat aan theologie en levensgedachten met zich meebrengt. En dat hij wel de Bijbel steeds is gaan lezen, het Eerste Testament, vanuit die ontmoeting met Jezus. En dat Eerste Testament daardoor met nieuwe ogen is gaan zien. Dat Paulus heeft ontdekt dat wat God altijd al deed, hoe Hij handelde met mensen, dat God op die manier ook met hem heeft gehandeld. En dat God hem dat ook nieuw heeft geschonken.

Pruiksma: Waar zat dat laatste, dat nieuwe in?

Snaterse: Ik denk dat voor Paulus het nieuwe is dat hij de genade nu ontdekt heeft. Ik denk dat hij dat woord van jongs af aan al gekend heeft en daar heel vertrouwd mee was. Daar zal niets nieuws in gezeten hebben. Maar toch, die ontmoeting met Jezus. De ervaring dat God zo naar je toe komt en jou met al je eigenheid genadig is. Met je mooie en met je lastige karaktertrekken. Met je ijver, die goed is en ook weer niet goed is. Dat God jou zo genadig is dat Hij het verkeerde daarin verzoend heeft in Jezus Christus. En dat God je vanuit die verzoening op een nieuw spoor zet om Jezus te volgen.

Pruiksma: Het nieuwe zit dus in de manier waarop God naar mensen toe komt, als ik jou goed begrijp? En dan zeg je daar het woord ‘verzoening’.

Snaterse: Omdat ik denk dat heel veel van wat er in het Eerste Testament al over verzoening is gezegd en gepraktiseerd, – hoe God op die manier met mensen is omgegaan en naar mensen is toegekomen, – dat dat als het ware zijn hoogtepunt heeft gekregen in Jezus Christus. In zijn kruisdood en bloedstorting en opstanding uit de doden. Het is ook juist vanwege de opstanding dat Paulus Jezus heeft kunnen ontmoeten. En ik denk dat Paulus ook daarin veel meer de Schriften zo is gaan lezen. Als over de vervulling door Jezus Christus, de Messias, voor hem.

Pruiksma: En dat centrale begrip dat sinds de Reformatietijd, zeker voor protestanten, zo belangrijk is geweest, dat begrip van de rechtvaardiging door het geloof, hoe past dat in dit plaatje dat je schetst?

Snaterse: Paulus is nogal eens bezig met dat onderwijs over de rechtvaardiging. Hij werkt dat her en der uit. Hij grijpt dan terug op Abraham en velen die voor hem hebben geleefd. Ik denk dat Paulus de nadruk legt op: dit wórdt aan je gedaan. God komt dan in jouw leven binnen zoals Hij ook bij Abraham binnenkwam. Zoals Hij ook Abraham geroepen heeft. En dan wordt die geloofsdaad van Abraham, dat hij God gehoorzaamt, gerekend als rechtvaardigheid. Dat wil zeggen dat Abraham niets hoefde mee te nemen. Maar dat God hem dat schonk. Ik denk dat die rechtvaardiging – als besluit van God om dat te schenken – Paulus heel diep geraakt heeft. En dat hij vanuit zijn joodse achtergrond met al zijn kennis en alle ijver en al zijn toewijding later ook ontdekt heeft: dit wordt mij gewoon gegeven. In de schoot geworpen! Dit mag ik van God ontvangen. Het is genade. Ik denk dat dat Paulus heel diep heeft geraakt.

Pruiksma: Zit daarin ook de verbinding met mensen vandaag?

Snaterse: Dat denk ik zeer zeker. Ik denk dat diezelfde boodschap vandaag nog volop rijkdom is. In die zin dat je nu leeft in een geweldige prestatiemaatschappij waarin alles tot in het perfecte moet kloppen. En dat het heel ontwapenend en ontspannend is om te ontdekken dat God je liefheeft. Dat Hij jou die rechtvaardigheid zomaar schenkt. Omdat Christus die al voor jou heeft volbracht en vervuld. Ik denk dat dat een boodschap is die ook vandaag volop mag klinken.

Pruiksma: Ik zou nog even door willen praten over dat begrip rechtvaardiging. Je zegt dat is iets dat God jou schenkt. Wat krijg je dan? Hoe krijg je dat? En wat doe je ermee?

Snaterse: Als je het theologisch wilt duiden dan zou je kunnen zeggen dat Jezus volledig naar de wet van Mozes, naar Gods wet, heeft geleefd en dat ook tot vervulling heeft gebracht. Dat je zijn verdiensten als het ware om niet ontvangt. En dat het niet gaat om de punten die jij gescoord hebt en om je eigen resultaten. Maar om wat Jezus voor jou plaatsvervangend heeft gedaan.

Pruiksma: En daar zit dat begrip verzoening?

Snaterse: En daar zit tegelijk het begrip verzoening. Want het is iets waar je op zich geen recht op hebt. In die zin dat je het zelf gecreëerd hebt. Jij hebt het gekregen. En de verzoening zit aan de andere kant ook in dat alles wat misgegaan is in allerlei relaties en in allerlei zaken in je leven. Dat God dat dan ook verzoent en wegdoet. Ook weer: om niet. Uit genade. Dat het Gods keuze is die zo naar ons toe komt in Jezus Christus.

Pruiksma: Maar als ik dat zo hoor dan is de boodschap van Paulus ook voor mensen van nu een boodschap van enorme bevrijding.

Snaterse: Zeker! Een enorme bevrijding van het alsmaar zelf moeten presteren en waarmaken. En dat concept zul je in allerlei culturen wel met een verschillend licht bekijken. Vandaag de dag denk ik met name vanuit een prestatiemaatschappij waarin we het hoogste willen bereiken en het sterkste met elkaar willen afrekenen. Dat gaat soms heel ongenadig. Ik denk dat daarin het evangelie heel verrassend is. Je vraag was: hoe gebeurt dat dan? Ik denk: gewoon bij verrassing. Natuurlijk gaat dat door de verkondiging. Je moet er weet van krijgen. Het moet naar je toe komen. Maar ook dat is bij verrassing dat het dan een keer binnenkomt.

Pruiksma: Even uit pure nieuwsgierigheid. Zijn er ook mensen die deze verrassing niet overkomt? Terwijl ze misschien wel zondag aan de zondag in de kerk zitten.

Snaterse: Dat is een specifieke categorie. Ik denk dat er best nog wel een deel van de mensen in de kerk zit die misschien nog hunkert naar die verrassing. Maar die misschien dan wel – en dat is heel verdrietig – langs de werkelijkheid van Jezus Christus heen kijkt. Want het is ook iets dat op je pad komt door de verkondiging, door het evangelie. Dat mag je dan ook ontvangen en aanvaarden. En als je wacht op een speciale ervaring of een speciaal gevoel of op een ‘Paulusbekering’ of wat dan ook, dan kun je – en dat vind ik ook best wel verdrietig – dan kun je soms lang wachten. Of het komt helemaal niet. En dat wij dus juist door God bij verrassing naar het Woord terug moeten. Hij heeft het Woord al gegeven. En door de prediking, door het nog een keer uit te leggen, je daarbij bepalen. Ik denk dat God zo werkt.

Pruiksma: Het vierde deel van ons project ‘De Uitdaging’ hebben we ‘kwetsbaar geloven’ genoemd. Omdat we het idee hebben dat iedereen zijn of haar eigen kwetsbare punten in het geloof heeft. Wat zou jij als het kwetsbare punt in jouw geloof willen benoemen?

Snaterse: Ik zou bijna zeggen precies ditzelfde. Het feit dat het je wordt gegeven, maakt het ook kwetsbaar. Je hebt het nooit in eigen hand. Je kunt het nooit in je zak steken. Ik kan nooit zeggen dat ik het nu heb en dat het in orde is. Ik kan het niet in een kluisje leggen omdat ik het allemaal zeker weet. Het is een voortdurend aangevochten geloof. Aangevochten door alle twijfels die soms komen binnen dwarrelen.
Ik heb zelf als predikant in de beginjaren een periode gehad met heftige twijfel en vragen rondom het geloof. Tot op de vraag: is het allemaal wel waar? Of zitten we elkaar na te kletsen? Wat kan ik er mee en wat moet ik er mee? Ik ben daar best wel heel diep doorheen gekropen. En daarna is het wel weer teruggekomen. Maar op een vernieuwde manier. Niet meer de stellige zekerheden: Ik heb het op een rijtje en ik weet het allemaal. Maar in de zin van: het moet je voortdurend worden gegeven. Het is voortdurend van genade leven. Enerzijds maakt dat het rijker. Het maakt het ontspannener. Maar anderzijds ook kwetsbaarder. Want je hebt het niet in eigen hand.